Hoeveel t-shirts heb ik in de kast liggen? Hoeveel schoenen heb ik wel niet? Hoeveel van mijn broeken en rokken draag ik eigenlijk? Ik wist het niet. Ik realiseerde me dat ik meer kleding had dan ik nodig heb. Mijn kledingkast puilde uit en het was hoognodig tijd om mijn kleding op te gaan ruimen.
En het resultaat mag er zijn. Ik heb hier al mijn kleding liggen! Echt alles! Alleen de jas, schoenen en sjaal die ik gebruik heb ik beneden staan. O ja, en mijn motorkleding hangt beneden. Verder ligt al mijn kleding in mijn kledingkast. Van mijn zwemkleding tot wintertruien, van werkkleding tot pyjama, van zomerkleding tot winterkleding. Echt alles ligt in deze twee kasten. En ik heb zelfs de ruimte om mijn knuffel Joris in de kast te zetten. Alles heeft zijn eigen plekje gekregen.
Hoe ik dit voor elkaar heb gekregen? Wat is het geheim? Ik zal het je laten zien.
Project 333
Project 333 kwam voorbij en leek mij het uitgelezen moment te beginnen met het opruimen van mijn kledingkast. Project 333 is een capsule garderobe waarbij je elke 3 maanden met 33 kledingstukken een garderobe creëert waarbij alle items met elkaar te combineren zijn. Ik trok al mijn kleding uit de kast en ging aan de slag. Er ging veel kleding weg en ik was blij met het resultaat. Ik had nog geen capsule garderobe van 33 items, maar het begin was er.
En toch kwam ik tot de conclusie dat dit het niet helemaal was. Mijn zoektocht ging verder. Ik wilde geen garderobe die elke 3 maanden veranderde, ik wil een garderobe die ik het hele jaar door kan dragen. Ik dook weer mijn kledingkast in en sorteerde mijn kleding. En het verbaasde me hoeveel kleding er nu ook weer wegging.
Wordt ik er blij van?
Mijn kledinggarderobe was drastisch verminderd, al flink geminimaliseerd. Ik was tevreden met het resultaat totdat ik het boek ‘Opgeruimd’ van Marie Kondo had gelezen. In het boek wordt beschreven hoe je voor eens en altijd kan gaan opruimen. Het opruimen begint met de vraag ‘Wordt ik hier blij van?’. Daarbij gaan alle spullen door je handen en stel je deze vraag. De spullen die je met ‘Ja’ beantwoord hebt hou je en die je met ‘Nee’ beantwoord gaan weg.
En nogmaals moest mijn kleding eraan geloven. Nu was ik verbaasd over hoeveel kleding ik in mijn kast had liggen waar ik niet blij van werd. Er ging nog verbazingwekkend veel kleding weg. Inmiddels zul je wel denken dat ik bijna geen kleding meer in de kast heb liggen. Ik heb mijn garderobe flink uitgedund, geminimaliseerd, maar ik heb nog steeds genoeg kleding in mijn kast liggen.
Als ik nu mijn kledingkast optrek wordt ik blij. Ik zie er alleen spullen in liggen waar ik blij van wordt. Ik weet nu wat ik aan kleding heb en wat ik heb draag ik ook werkelijk. Er komen alleen items in mijn garderobe waar ik blij van wordt, wordt ik er niet blij van dan komt het er niet in.
Weet jij wat je in je kledingkast hebt liggen? En vooral: ‘Wordt je er blij van?’
Blijven Bloeien 